Het geheim van de darmen (1)

Het geheim van de darmen (1)

In Der Spiegel van 29 juni 2019 staat een machtig interessant artikel over de jongste wetenschappelijke bevindingen over de darmen: ‘Das Superorgan. Der Darm und das Geheimnis eines langen Lebens’. U kan het vinden in de leeszaal van de bibliotheek, het ligt ter inzage in de winkel en u kan het ook lezen op de website van het tijdschrift, mits een kleine bijdrage.

Voor wie geen Duits kan lezen: hier een samenvatting.

Wat precies doen de bacteriën in onze darmen?

Ze trainen ons immuunsysteem, beschermen ons tegen infecties, zorgen voor een goede vertering en voeren gifstoffen af. 

De vraag is dan ook: hoe houden we ze actief en gezond?

Al in de moedermelk zitten stoffen die voor de zuigeling onverteerbaar zijn: melk-oligosacchariden. Die zijn voedsel voor de bifidobacteriën, die in ruil daarvoor zorgen voor het immuunsysteem van de baby, voor energie, voor de afweer van ziektekiemen. Baby’s die geen moeder- of vadermelk krijgen hebben vaker buikpijn, diarree en allergieën.

En zo gaat het verder bij het opgroeien en op volwassen leeftijd: voedingswaren als havervlokken, zemelen, noten, lijnzaad, volkorenbrood, groenten enzovoort bevatten allemaal onverteerbare polysacchariden, die voedsel zijn voor nuttige bacteriën. Wie meer of vooral dierlijk voedsel eet heeft dan ook vaker verkalkte aders, een verstoorde stofwisseling en kanker: zo iemand heeft ‘valse vriendjes’ gekweekt.

(Eindelijk is ook de wetenschap zover dat ze het verband onderkent tussen voeding en gezondheid!)

Enkele cijfers

Mensen die voornamelijk vezelrijke, plantaardige voeding consumeren hebben tot 30% minder kans op vroegtijdig overlijden, krijgen minder hartziektes, beroertes, diabetes en darmkanker. Maar ook dit geldt: hoe meer vezels iemand binnenspeelt, hoe groter het effekt. En omgekeerd: wie er te weinig eet riskeert dat slechte bacteriën gaten vreten in het darmslijmvlies en zo een toegang beitelen voor ziektekiemen.

Hoeveel deugd ze ook mogen doen, de micro-organismen zijn niet overal welkom: niet in het hart, de hersenen en de bloedsomloop, en slechts heel beperkt in de dunne darm. Daar worden immers koolhydraten, eiwitten en vetten in kleinere stukjes opgesplitst, en het is niet de bedoeling dat de bacteriën die gebruiken als voedsel. En dus worden ze bestookt met gal, met antistoffen uit kleine kliertjes in de wand, met darmbewegingen. Wat in de dikke darm terechtkomt zijn voornamelijk verteringsresten: die mogen ze hebben. Wist u dat stoelgang tot 15% uit micro-organismen bestaat? 

Een van hun taken is vitamine B12 aanmaken en ter beschikking stellen van het immuunsysteem. Maar ze gaan ook tekeer tegen ontstekingen, zorgen voor een vlotte wondgenezing, isoleren gifstoffen. 

En ze produceren serotonine, een signaalstof die van invloed is op gedragingen en gevoelens: er is dus een rechtstreekse verbinding tussen darmen en hersenen!

Meer nog: ze produceren ook vluchtige vetzuren, zoals acetaat, dat een rol speelt bij de stofwisseling van cholesterol. Propionzuur is een ander: die beschermt het hart, gaat ritmestoornissen tegen en herstelt arteriosclerose.

Gezondheid kan, met andere woorden, gedefinieerd worden als een evenwicht tussen de zeer kleine bewoners van de darmen en de mens.

En ja, dat evenwicht is in geïndustrialiseerde landen ver zoek: obesitas, voedselallergieën, astma, chronische darmontstekingen, autisme en diabetes nemen sinds 50 jaar alsmaar toe, terwijl de oorspronkelijke darmflora in schrikbarende mate is afgenomen.

Hoe komt dat?

Het gebruik van antibiotica, ontsmettingsmiddelen, het stijgend aantal keizersnedes: het zijn maar enkele factoren, naast gechloreerd water, kunstmatige babyvoeding, synthetische zoetmiddelen en emulgatoren. De belangrijkste factor is echter het tekort aan polysacchariden in de voeding. Een tijdje zonder die polysacchariden, en hop: tot wel 60% van de nuttige bacteriën gaat verloren. Daarna weer gezonde voeding: de oorspronkelijke darmflora geraakt desondanks niet meer helemaal hersteld.

Waarom het net die nuttige bacteriën zijn die het makkelijkst afsterven? Omdat die een zuurstofvrije omgeving nodig hebben voor de fermentatie van polysacchariden, hun enige bron van energie. Enkel zonder zuurstof ontstaan de vluchtige vetzuren. Boterzuur, bv, is populair voedsel voor de cellen van de dikke darmwand. De vertering van boterzuur laat de zuurstof in de cellen praktisch verdwijnen, en zo ontstaat een klimaat dat gunstig is voor de nuttige bacteriën: die vermeerderen zich, fermenteren nog meer polysacchariden, zo ontstaan weer vluchtige vetzuren enzoverder enzovoort.

Antibiotica echter doden ook de nuttige bacteriën, de stofwisseling verandert, er ontstaat zuurstof, en dat is gif voor de goede micro-organismen, maar niet voor zuurstofminnende kiemen. Die gaan dan weer concurreren met de mens om de vluchtige vetzuren - gevolg: de darmen verzwakken.

War gebeurt er met het darmslijmvlies, als de bacteriën daar geen voedsel krijgen? 

Juist ja: sommige gaan dood, andere passen zich aan - en beginnen het darmslijmvlies op te vreten. De aldus ontstane gaten zijn toegangspoorten voor ziektekiemen, waardoor dan weer het immuunsysteem gaat (over)reageren. Het gevolg kan een, soms fatale, darmontsteking zijn, tenzij er weer polysacchariden beschikbaar komen.

Dus dan maar leven zonder antibiotica, zonder keizersnedes? 

Dat laatste kan opgelost worden door de pasgeborene op mond, neus en huid in te smeren met vaginaal slijm van de moeder, zoals het bij een natuurlijke geboorte ook gebeurt. 

Patiënten die na een antibioticakuur lijden onder clostridiuminfecties kunnen microben toegediend krijgen via een stoelgangtransplantatie, maar ook de toediening in pilvorm wint terrein: de zogenaamde crapsules.

Nog een mogelijkheid: knip- en plakwerk van de genen van bacteriën, met als doel bv. kankercellen onschadelijk te maken, of schimmelinfecties tegen te gaan.

Probiotica, zullen sommigen zeggen, maar daarover kunnen wetenschappers kort zijn: spoel uw geld gewoon meteen door de plee!

Bij gezonde mensen blijken ze overbodig, bij zieken domineren ze de eigen bacteriën en verhinderen zo een herstel van de oorspronkelijke darmbewoners.

De beste oplossing is de voeding blijvend aanpassen, maar hoe doet u dat best?

Eigenlijk is het simpel: geen industrieel geteeld, geraffineerd, bewerkt en bereid voedsel, wel zoveel mogelijk verschillende soorten groenten en fruit, volle granen, volkorenproducten, noten en zaden, zemelen, peulvruchten, pekel- en zeegroenten.

Immers: weinig stoelgang betekent grote ziekenhuizen!



Beste gebruikers, deze site bewaart cookies op uw computer.
Het doel is om uw ervaring op onze website te verbeteren en u tegelijkertijd meer gepersonaliseerde diensten aan te bieden. Cookies worden ook gebruikt voor het personaliseren van advertenties. Als u meer informatie wilt over de cookies die wij gebruiken, raadpleeg dan ons Privacybeleid. Door cookies te accepteren, stemt u in met het gebruik ervan. U kunt de instellingen van de cookies ook aanpassen. Als u weigert, worden uw gegevens niet bijgehouden wanneer u deze site bezoekt. Er wordt slechts één cookie gebruikt in uw browser om uw voorkeur dat u niet gevolgd wilt worden te onthouden.
Cookie-instelling bewerken